“Tegenwind van de Heilige Geest”
Hand. 16: 6 – 9
‘En nadat Paulus en Timotheüs door Frygië en het land van Galatië gereisd waren, werden zij door de Heilige Geest verhinderd het Woord in Asia te spreken. En bij Mysië gekomen, probeerden zij naar Bithynië te reizen, maar de Geest liet het hun niet toe. En nadat zij Mysië voorbij gereisd waren, kwamen zij in Troas. En Paulus kreeg ‘s nachts een visioen te zien: er stond een Macedonische man, die hem dringend vroeg: Kom over naar Macedonië en help ons!’
Nederlanders zijn wereldwijd bekend om hun watermanagement. Dijken en dammen, kanalen, gemalen en pompen – nieuw land uit zee? Allemaal geen probleem. Met wind weten we ook wel raad. Al eeuwen bouwen we windmolens van allerlei soorten en maten. Met technisch inzicht zijn we ver gekomen in het temmen van water, wind en vuur.
Als je onze kerkelijke stamboom bekijkt en je gaat terug in de tijd, dan kom je veel geestelijke ‘dijkbouwers’ tegen. Al vanaf het begin heeft de kerk in Europa dijken gebouwd met behulp van kerkelijke leeruitspraken en dogma’s, en door gewoonten en wetten. Dogma’s en kerkelijk wetten zijn niet persé verkeerd, net zoals het niet verkeerd is om een dam te hebben tegen overstromingen. Jezus heeft zelf ook allerlei regels gegeven in Zijn onderwijs.
Het wordt een ander verhaal als kerken door hun leer en manier van doen niet meer open staan voor de leiding van de Heilige Geest. In Nederland zie je (vaak meer traditionelere) kerken die door hun manier van doen als het ware een dijk
hebben gebouwd zodat ze hun eigen ding kunnen doen en de Geest niet of nauwelijks kan werken. Andere kerken of bedieningen (vaak meer in de evangelische of charismatische kant) bouwen indrukwekkende windmolens maar lijken soms vooral geïnteresseerd in de kracht van de Geest om hun eigen machinerie te laten draaien. In beide gevallen wordt de Heilige Geest verdriet aangedaan (Ef. 4:30).
In Hand. 16 beschrijft Lukas hoe de Heilige Geest als tegenwind wordt ervaren door Paulus en Timotheüs. Paulus had een plan gemaakt voor een 2e zendingsreis. Die reis begon overigens niet geweldig doordat hij onenigheid kreeg met Barnabas (Hand. 15:36 – 41). Uiteindelijk besluiten Paulus en Barnabas om ieder een eigen reis maken, en Paulus neemt daarbij Timotheüs mee, een jonge gelovige met een Griekse vader en een Joodse moeder. We lezen in het verslag dat Paulus er alles aan deed om deze reis met Timotheüs goed te laten verlopen. Dat resulteerde zelfs in de besnijdenis van Timotheüs. Dat is nog eens wat anders dan een vaccinatie halen als je op zendingsreis gaat… Vervolgens gaan ze op reis in wat nu Turkije heet en de eerste ervaringen zijn positief. Er is groei in geloof en in aantal christenen.
Maar dan krijgen ze dus tegenwind. Niet van mensen, maar van de Heilige Geest. Hoe ze dat ervaren hebben staat er niet bij. De Heilige Geest kan je een ingeving geven of een verandering in je overtuiging waardoor je weet dat je iets anders moet doen dan je van plan was. Het kan ook een droom (’s nachts) of visioen (overdag) zijn geweest. Dat Paulus en Timotheüs deze tegenwind kregen betekende niet dat hun verlangen slecht was. Maar de Heilige Geest werkt overal op aarde en kan zien of iets bijvoorbeeld een goed moment is of niet.
Soms willen wij iets graag en het liefst direct of snel. Bijvoorbeeld een verandering in onze gezondheid, werk, financiën of relaties. Als kerk hebben we een bepaald verlangen voor de toekomst. Maar een goed verlangen is nog niet alles: hoe weet je ook wanneer een verandering goed is? Wat Paulus betreft was het misschien ook een kwestie van timing. Omdat de Geest van Jezus hem eerst doorstuurde naar plaatsen als Athene en Korinthe kon hij daar nog meer ervaring opdoen met de cultuur en manier van denken. Dat kwam van pas bij zijn 3e zendingsreis. Door de tegenwind van de Heilige Geest kon Paulus later met meer vrucht en voor langere tijd werken in het gebied waar hij eerst niet mocht blijven van de Heilige Geest. De Heilige Geest weet de weg in elke tijd en situatie, ook de jouwe en de mijne. Laten we deze Geest dus volgen.
En ja: soms gaan de dingen anders dan we willen. We hoeven dan niet te gaan graven naar ‘een diepere bedoeling’. Als God die heeft en als Hij die met jou wil delen dan doet Hij dat wel. Meestal komt het ‘gewoon’ aan op bidden, doen
wat God zegt en vertrouwen als een kind dat de wind van de Heilige Geest ons altijd de goede kant op blaast.
Ben van Werven, voorganger, Kruiskerk Die